Erik

Reisbegeleider

Woont in:

Nederland

Werkt voor Sawadee sinds:

2017

Talenkennis:

Nederlands, Engels,

Ik ben Erik. Amsterdam is officieel mijn standplaats maar ik ben er niet zoveel meer. Het liefst ben ik onderweg, de wereld aan het verkennen, ik voel me overal thuis. Toen ik ergens in 2006 voor het eerst ging reizen en Z.O. Azië bezocht was het liefde op het eerste gezicht. De honderden vreemde geuren en kleuren sloegen me in mijn gezicht en vochten om mijn aandacht. De exotische natuur, hete zon, heldere zee, tropische eilanden en witte stranden waren adembenemend en lieten me ontspannen. De hectische, bruisende steden gaven me energie en de vriendelijke, glimlachende mensen en verschillende culturen gingen rechtstreeks mijn hart in. Sindsdien is mijn liefde voor reizen alleen maar groter geworden en mag ik sinds 2017 voor Sawadee fulltime als reisbegeleider de wereld over. Ik heb van mijn hobby mijn werk kunnen maken en deel graag mijn passie met andere enthousiaste reizigers. Ga met me mee, de wereld is mooi.

Reisverhalen van Erik

  • Mission Impossible Kenia

    Afrika , 01-03-18

    “Why did you not stand for the national anthem?!”   De vraag dondert op me af. Vanachter zijn imposante, massieve donker eikenhouten bureau, eind vorige eeuw ergens, schat ik, kijkt de minstens zo imposante, donkere en massieve directeur ons streng en doordringend aan. Ik slik even. Eh… Tja… Waarom gingen we niet staan voor het volkslied? Ik weet het geloof ik even niet niet zo goed. Terwijl ik een lichte paniek voel opkomen kijk ik voorzichtig naast me. Daar zit mijn vriend, net als ik, op een houten oncomfortabele stoel te schuiven en zweten in het snikhete en bedompte kantoor van de Keniaanse bioscoop-directeur. Mijn vriend staart naar het portret van een of andere generaal dat prominent achter de directeur aan de muur hangt. Hij lijkt zo te zien ook niet direct een antwoord te hebben op de toch best simpele vraag…Shit..We zitten goed in de problemen.  

      Het is 1996, ik ben 24 en samen zijn we inmiddels een week onderweg op mijn eerste grote reis door een ver en onbekend continent, land en cultuur. Zes weken reizen door Kenia, Afrika moesten we nu doen, hadden we bedacht. Iedereen ging, het was relatief veilig om te reizen en de natuur op safari moest adembenemend zijn. Je wist maar nooit voor hoe lang het nog kon, dus backpack om, en daar gingen we. Met de Lonely planet als onmisbare bijbel hadden we ons thuis goed voorbereid en ingelezen in het land, de cultuur en de gebruiken. En die eerste week was alles op rolletjes gegaan. Kenia was overweldigend en prachtig. De mensen vriendelijk, nieuwsgierig naar ons en behulpzaam. Het idee om zo ver weg te zijn in zo’n totaal andere wereld gaf ons vleugels en we genoten van alles. Alles was zo anders en niet zoals thuis, dit was fantastisch.     

      Het was heet, druk en benauwd in Nairobi. Onze geboekte bus richting Mombassa naar de koelere kust, ging pas de volgende morgen vroeg dus we moesten er nog een dag zien door te komen. We waren moe en hadden inmiddels de weinige musea en niet erg indrukwekkende monumenten wel gezien. We besloten de airco koelte van een bioscoop op te zoeken.

      'Mission Impossible’ was net uit en draaide in de originele, Engelstalige versie. Superleuk!Ondertitels in het Swahili beloofde de poster aan de gevel van de bioscoop, maar dat mocht de pret niet drukken, maakte het alleen maar leuker.
      De bioscoop was modern en inderdaad heerlijk koel. We zochten onze stoelen in de afgeladen volle bioscoopzaal.

      Tom Cruse was kennelijk populair in Kenia. Voordat het zaallicht uitging en de film begon waren wij het voorprogramma: Twee blanken jongens in een bioscoop in Nairobi was kennelijk iets wat je niet elke dag zag. Totdat het eigenlijke voorprogramma begon kwamen er continue mensen naar ons toe om ons te begroeten en een praatje te maken, ons op de schouders te slaan of een hand te geven “How are you?” “Whats your name?” “Where are you from” “Hey mister, you look like Rambo” “ you are my friend, you are ok” We vonden het geweldig.   

      Het zaallicht dimde en het voorprogramma begon. Niet de gebruikelijke reclames, zoals we verwachtte, maar een soort ouderwets Polygoon journaal. Een eindeloze reeks reportages over één of andere generaal, of was dat de president? Mannen met petten, strepen en medailles die poseerden voor de camera, in en uit autos stapten, salueerden en linten doorknipten. Dit alls begeleid door een ronkende commentaarstem in Swahili. Er was weinig touw aan vast te knopen en ook de Kenianen leken zich er niet veel van aan te trekken, ze keuvelden gezellig verder. We vonden het fascinerend in het begin, daarna mild interessant en toen er geen eind leek te komen aan het nieuws over de petten en strepen, enkel nog hilarisch. We werden er behoorlijk giechelig en melig van. Waar was Tom Cruse als je hem nodig had?   

      We zaten flink te ginnegappen toen er plotseling een vrolijk en opgewekt soort Hoempapa muziek door de zaal schalde. Het scherm werdt zwart en in hoofdletters verscheen de mededeling: “PLEASE RISE FOR THE NATIONAL ANTHEM” En dat zagen we best. Natuurlijk hadden we dat gezien. Maar we zaten midden in ons eigen gegiechel en toen de Kenianen allemaal weer gingen zitten (wanneer waren die zo snel opgestaan?) was het te laat om het nog goed te maken, bleek al snel.    
      Het zaallicht doofde volledig en de titels van ‘Mission Impossible’ verschenen op het scherm. 
      We werden op onze schouders getikt. “Please, you two come with me” De zaalwacht klonk nerveus maar dwingend. Mijn vriend en ik keken elkaar aan… We hebben iets stoms gedaan. Zwijgend stonden we op en liepen door de donkere zaal achter de zaalwacht aan, naar buiten. Tom Cruise sprong net uit een helicopter.

      Terwijl we door de nu verlaten bioscoophal, door verschillende deuren en gangen, naar ergens ver achter in het complex werden begeleid, probeerden we fluisterend onze situatie in te schatten.  We kwamen niet verder dan dat dit niet goed was. 
      “Gewoon vriendelijk en beleefd blijven en veel sorry zeggen” opperde mijn vriend nog monter net voordat we het kantoor van de directeur werden binnengelaten.    
     

     “Nou? Waarom stonden jullie niet op voor het volkslied?” vraagt de directeur voor de tweede keer. Hij spreekt de woorden langzaam en zorgvuldig uit. Alsof we hem anders misschien niet goed zouden begrijpen. 
      “Weten jullie niet waar je bent? Je bent nu in Kenia” Is dat minachting in zijn stem? Zijn ogen nemen ons van top tot teen op en ik kan niet goed inschatten of hij woedend of alleen maar heel erg teleurgesteld is. 
      Ik weet even niks meer, ik weet alleen dat ik me heel klein en heel dom voel tegenover deze indrukwekkende man in dit benauwde kantoortje waar ik op dit moment eigenlijk helemaal niet hoor te zijn. We gingen gewoon even de tijd doden in de bioscoop en nu wordt ik op het matje geroepen als een schooljongen bij de rector. En het voelt terecht. 
      Wie is deze man precies? De directeur van de bioscoop? Hoeveel macht hebben bioscoopdirecteuren eigenlijk in Kenia? Hoe zat dat nou ook alweer met het leger en de president hier? Was er niet ook iets van een soort van dictatuur? 
      Opeens heb ik het idee dat ik me helemaal niet zo goed heb voorbereid en helemaal niks weet van het land waar ik ben. 
      Ze zullen twee leuke blonde jonge jongens uit Nederland toch niet zomaar opsluiten? Toch?
      “Het spijt ons heel erg, we wisten het niet” probeert mijn vriend.
      “Kun je niet lezen? “ articuleert de directeur terwijl hij zijn ogen samenknijpt. Het zou me niet verbazen als de grote indrukwekkende Keniaan tegenover ons in een vorige carrière in het leger heeft gediend. Generaal of iets anders hoogs met een pet en strepen.
      “Er stond heel duidelijk PLEASE RISE FOR THE NATIONAL ANTHEM op het scherm. Jullie spreken Engels? Niet?” 
      “We hadden het niet gezien” probeer ik mijn vriend halfslachtig bij te vallen. Het maakt geen indruk.  “Je bent toch niet blind? Je ziet mij, toch?”  Ik zie vooral dat deze man zijn geduld begint te verliezen en geen tegenspraak gewend is.  “Dit is een heel groot probleem, realiseren jullie je dat?”  We zwijgen. We beginnen het ons te realiseren.
      “Wat denken jullie dat ik nu moet doen?”
      De directeur spreekt langzaam en ernstig, met nadruk op elk woord. Hij lijkt zich zorgen te maken. Om ons?  “Het spijt ons echt heel erg, we willen geen problemen”  De directeur klakt met zijn tong. Hij kijkt ons lang en meewarig aan, schudt zijn hoofd en wrijft over zijn slapen. Dan zucht hij diep.   “Luister..” nu op zachtere en vriendelijkere toon.  “Dit is een heel groot probleem… Voor mij.”  “Wat als er agenten van de geheime politie in de bioscoopzaal zitten? En ze hadden gezien dat ik jullie had laten zitten terwijl jullie niet stonden voor ons volkslied. Wat als ze gezien hadden dat ik, die directeur, niets had gedaan? Wat was er dan gebeurd denk je? Dan had IK een heel groot probleem gehad. begrijp je dat? Begrijpen jullie dat ik jullie wel uit de zaal MOEST verwijderen?”  We knikken hard van ja.  “Jullie zijn onze gast en we verwelkomen jullie. Maar als gast ben je ook onderdeel van ons en onze manieren, niet? Wat je thuis doet doe je maar thuis. Dit is Afrika, ben in Afrika, doe met Afrika. Kijk om je heen, dat is niet zo moeilijk toch?”   We schudden hard van nee.  “Goed. We doen het volgende. Jullie gaan nu met de zaalwacht mee naar een andere zaal, daar draait dezelfde film, die is net begonnen. Je zult niet veel hebben gemist. Jullie kijken je film en na de film verlaten jullie direct de bioscoop en wil ik jullie hier nooit meer terug zien, is dat begrepen?”  “Ja meneer”  “Goed, wegwezen nu dan. En boy’s… Welkom in Kenia”