Reizen in de voetsporen van David Livingstone
In 2014 is de 200ste geboortedag herdacht van de beroemdste ontdekkingsreiziger van Afrika. In de landen Tanzania, Zambia en Malawi is de legende van Livingstone nog altijd springlevend.
Het verhaal van Doctor Livingstone
'Doctor Livingstone, I presume?' Die legendarische woorden spreekt journalist Henry Stanley in 1871 als hij, na een maandenlange zoektocht in het diepe binnenland van donker Afrika, de fameuze missionaris terugvindt die jarenlang spoorloos was en al dood gewaand werd. David Livingstone vertrok zeven jaar daarvoor uit Engeland voor zijn vierde grote ontdekkingsreis op zoek naar de bron van de Nijl. Maar de man, die eerder het Nyassameer en de Victoriawatervallen ontdekte, raakte het spoor bijster. In het dorpje Ujiji aan het Tanganyikameer strandde hij, terwijl aan het thuisfront de kranten in grote letters kopten: 'Waar is Livingstone?!'
Stanley treft een schim aan van de man die op eerdere expedities grote delen van Afrika in kaart bracht en verwoed streed tegen de slavernij, die dan nog in alle hevigheid woedt. Verzwakt door malaria en andere tropische ziekten, murmelend over koetjes en kalfjes, lijkt hij verbaasd te zijn dat de wereld hem mist. Stanley brengt behalve medicijnen ook een postzak vol brieven mee, onder meer van zijn kinderen. 'Och', reageert Livingstone: 'Ik heb jarenlang op brieven gewacht, ik kan best nog wat geduld oefenen. Verhaal mij nu eens, wat is er alzo in de wereld gebeurd?'
Bij terugkomst brengt Stanley bloemrijk verslag uit in de New York Herald en schrijft hij een boek vol over de ontmoeting. Het publiek smult van zijn verhalen. De reputatie van Livingstone, die even in het slob was geraakt na een vorige, mislukte expeditie, is meteen weer gevestigd. Stanley probeert de doodzieke zendeling over te halen om terug naar huis te gaan, maar het mag niet baten; Livingstone is vastberaden om te blijven op zijn geliefde 'zwarte werelddeel'. Een jaar later overlijdt hij op 60-jarige leeftijd in Ilala, niet ver van het eveneens door hemzelf ontdekte Bangweulumeer, aan de gevolgen van malaria en dysenterie.
Victoria Falls: De rook die dondert
'Dit is het mooiste wat ik gezien heb in Afrika. Geen enkel uitzicht in Engeland kan de schoonheid hiervan overtreffen, zulke lieflijke beelden moeten de engelen met bewondering bekeken hebben tijdens hun vluchten.' Livingstone was zelf danig onder de indruk van zijn beroemdste ontdekking. De grootste waterval ter wereld is nu een toeristische topattractie en staat genoteerd op de Werelderfgoedlijst van Unesco, maar destijds wist nog niemand van zijn bestaan. Totdat Livingstone tijdens zijn expeditie over de Zambezi stuit op het bulderende geraas van de indrukwekkende Mosi-oa-Tunya, zoals de lokale bevolking de waterval nog steeds noemt, wat betekent: 'de rook die dondert'.
De legende van David Livingstone
Livingstone vernoemt de waterval, op de grens van het huidige Zambia en Zimbabwe, naar de regerende vorstin van zijn vaderland koningin Victoria en noemt hem: Victoria Falls. Na de onafhankelijkheid, van Zambia in 1964 en van Zimbabwe in 1965, hebben veel plaatsnamen hun oorspronkelijke Afrikaanse naam teruggekregen maar als eerbetoon aan Livingstone, die hier vanwege zijn strijd tegen de slavernij als volksheld wordt herdacht, behielden wel de Victoriawatervallen hun koloniale naam. Net zoals het eiland Livingstone, waarvandaan hij zijn eerste blik op de watervallen wierp en dat nu per boot te bezoeken is met als beloning een officieel certificaat dat vermeldt dat je in het voetspoor van David Livingstone bent getreden. Het aangrenzende stadje Livingstone is de uitvalsbasis voor het leeuwendeel van de vierhonderdduizend toeristen die de watervallen jaarlijks bezoeken.
De legende van Livingstone leeft voort; aan zowel Zambiaanse als Zimbabwaanse zijde staat een standbeeld, in het Livingstone Museum zijn memorabilia en zijn dagboeken te zien. Ook zijn er hotels naar hem vernoemd: van de David Livingstone Lodge tot het Royal Livingstone Hotel. Livingstone bezocht deze streek in november 1855, maar of hij ook in de Devil's Pool is geplonsd, is niet bekend. Deze pool is van september tot december geopend en het is misschien wel het gevaarlijkste natuurlijke zwembad ter wereld. Het poedelen gebeurt namelijk aan de rand van de waterval, waar een miljoen liter water per seconde met bulderend geraas ruim honderd meter de diepte in stort. Dit is, zoals je begrijpt, alleen voor waaghalzen. Tussen Livingstones geboorte- en sterfdag zit zestig jaar, in Afrika is dit maar een klein sprongetje. Blantyre in Malawi is vernoemd naar zijn geboortedorp in Schotland en is pas na zijn dood gesticht door Schotse missionarissen, die er een reusachtige kerk hebben neergezet. Ook in Livingstonia heeft Livingstone nooit een stap gezet. Op de plek in Zambia waar hij is overleden en waar zijn dienaars zijn hart hebben begraven onder een mpunduboom, staat nu het Livingstone Memorial. Het dorp is verdwenen en de boom is in 1899 gekapt. Meer dan een stenen monument met een bronzen plaquette is er niet te zien.
Zijn laatste grote reis
Livingstones voetstappen staan wél in het zand van Zanzibar. Het eiland voor de kust van Tanzania was het eindpunt van zijn derde grote expeditie, hier kwam hij bij van zijn reis voordat hij terugreisde naar Engeland en het was het vertrekpunt voor zijn laatste grote expeditie. Het Livingstone House, waarin tegenwoordig de VVV zit, is de plek waar hij zich tot in de puntjes voorbereidde, zijn equipe verzamelde, proviand insloeg en transportmiddelen regelde. Vanuit Zanzibar begon ook letterlijk zijn laatste reis naar huis; nadat zijn dienaars zijn gebalsemde lichaam na een maandenlange en duizend kilometer lange reis hadden gedragen, werd hij per boot terug naar Engeland vervoerd. Ten noorden van Blantyre, op het drielandenpunt van Malawi, Mozambique en Tanzania, ligt het Nyassameer, het op twee na grootste meer van Afrika. Livingstone was hier niet de eerste westerling, maar hij voer het rond en bracht het als eerste in kaart. Het 'meer van de sterren' gaf hij het als bijnaam, misschien vanwege het onder de Afrikaanse zon glinsterende blauwe water of door de lantaarns van de vele vissersboten bij nacht, die twinkelen als een sterrenhemel. Het Malawimeer, zoals het nu heet, is de populairste toeristische bestemming van het land. Het is een paradijs voor snorkellaars en duikers met luxueuze lodges gelegen aan witte zandstranden en nationale parken vol olifanten, luipaarden, leeuwen en giraffen.
Reizen door de rimboe van Afrika
Zo makkelijk en comfortabel als het reizen naar de super-de-luxe lodges nu is, zo bar en boos was het in de tijd van Livingstone. Afrika was ruig, onontdekt en onontgonnen en tropische ziektes, dodelijk ongedierte en levensgevaarlijke wildebeesten lagen op de loer. Wegen en spoorwegen waren er niet, laat staan vliegvelden; rivieren vormden dus de enige fatsoenlijke transportmogelijkheid. Maar ook die waren nog niet in kaart gebracht en zo kwam Livingstone met regelmaat voor onaangename verrassingen te staan.
Op missie van west- naar oost Afrika
Livingstones voornaamste missie was om Afrika te bevrijden van de slavernij. Daar had hij een masterplan voor bedacht, bestaande uit drie C's: christendom, civilisatie en commercie, als hij het binnenland van Afrika kon openleggen voor de handel, dan zou de slavernij vanzelf overbodig worden. Daarvoor moest hij wel eerst een geschikte handelsroute vinden, een rivier die zonder onoverkomelijke obstakels van het binnenland naar de Indische Oceaan liep. Volgens Livingstone kon dat best eens de rivier de Zambezi zijn. Hij plande zijn duurste en meest ambitieuze expeditie tot dan toe, die uitdraaide op een fiasco toen hij stuitte op de woeste Cabora Bassa-stroomversnelling. Ook de Shire, een zijrivier van de Zambezi, bleek niet bevaarbaar; want daar versperde de Kapichira-waterval de doorvaart. In de westerse wereld had Livingstone de heldenstatus verworven, maar de mislukte Zambezi-expeditie was een smet op zijn blazoen. Eerherstel kwam door de verhalen van Henry Stanley en tegenwoordig wordt Livingstone herinnerd als de grootste ontdekker van Afrika. Ruim de helft van zijn leven bracht hij op dit continent door. Livingstone legde er veertigduizend kilometer af, was de eerste die Afrika van west naar oost doorkruiste en ontdekte zes meren, talloze bergen, rivieren, stroomversnellingen en de grootste waterval ter wereld. Hij bracht uiteindelijk anderhalf miljoen vierkante kilometer in kaart en mede door zijn toedoen kwam er uiteindelijk een einde aan de slavernij. In die zin was zijn missie toch geslaagd.