6 bijzondere dieren die alleen in Australië voorkomen
Dat Australië een bijzonder en fascinerend land is wist je waarschijnlijk al. Maar wist je ook dat ruim 80% van de dieren in Australië endemisch zijn? Dit wil zeggen dat ze nergens anders ter wereld in het wild voorkomen. Goede voorbeelden hiervan zijn de koala en de kangoeroe, maar er zijn ook minder bekende endemische dieren in Australië. In dit blog vertellen we je over 6 van dit soort unieke dieren én lees je waar in Australië je de meeste kans hebt om ze te spotten.
1. Vogelbekdier
Met een snavel en zwemvliezen als een eend, een lijf als een mol en een vacht en staart als een bever, is het vogelbekdier erg uniek. Maar niet alleen zijn uiterlijk is bijzonder; het vogelbekdier is ook een van de weinige zoogdieren ter wereld die eieren legt. Vogelbekdieren leven zowel in het water als op het land, waardoor hun dieet erg divers is. Rivierkreeftjes, garnalen, wormen en larven; het gaat er allemaal in. Het vogelbekdier is ook het enige Australische zoogdier dat giftig is. De mannetjes hebben op hun achterpoten een giftige stekel, die ze gebruiken in gevechten met vijanden. Je wilt met een vogelbekdier dus geen ruzie krijgen!
Waar kun je het vogelbekdier spotten?
Wil je het vogelbekdier in het wild zien, dan moet je naar Oost-Australië of Tasmanië. Het dier laat zichzelf niet zomaar zien, maar met een beetje moeite én geluk is het zeker mogelijk.
Het vogelbekdier is een nachtdier, maar wordt al actief wanneer de zon ondergaat. De beste kans om er een te zien heb je dus aan het begin van de dag en het einde van de dag, aan de oevers van meren en rivieren.
2. Bergduivel
Over bijzonder uiterlijk gesproken; de bergduivel is zo’n 10 centimeter lang en heeft dikke, scherpe stekels over zijn hele lichaam. Door zijn stekels wordt deze excentrieke hagedis door veel andere dieren met rust gelaten en heeft hij dus weinig natuurlijke vijanden. En dat is maar goed ook, want naast zijn stekels heeft hij weinig verdedigingsmechanismen; hij is niet giftig, kan niet bijten en is ook nog eens heel traag. Hoewel het dier een angstaanjagende naam draagt en er misschien ook wat angstaanjagend uitziet, doet hij in werkelijkheid dus geen vlieg kwaad. En dat bedoelen we letterlijk, want de bergduivel eet enkel en alleen mieren. Qua dieet is het dier dus heel wat kieskeuriger dan het vogelbekdier.
Waar kun je de bergduivel spotten?
De bergduivel leeft in droge, hete streken zoals steppes en woestijnen. Hij komt daardoor voor in West-, Zuid- en Centraal-Australië. Tijdens je rondreis met Sawadee heb je bijvoorbeeld
een goede kans in de omgeving van Alice Springs en Uluru. Bergduivels leven alleen en zullen nooit ver van hun vaste holletje gaan. De kans is groot dat jouw gids de vaste plekjes kent en jou kan helpen er eentje te vinden.
3. Quokka
De quokka is een wallaby, een klein soort kangoeroe. Net als kangoeroes hebben quokka’s een buidel, worden hun jongen joey’s genoemd en bewegen ze zich voort door te springen. Ze worden zo’n 40 tot 50 centimeter groot en hebben een dikke, grijsbruine vacht. Door zijn eeuwige glimlach staat het dier ook wel bekend als het gelukkigste dier ter wereld. De quokka is dan ook erg populair op social media. Wanneer een quokka het warm heeft gaat hij net als een hond hijgen en steekt hij zijn tong naar buiten. Het gevolg is een nog grotere lach die je direct laat smelten.
Waar kun je de quokka spotten?
De quokka komt helaas alleen voor in Zuid-West Australië. De beste plek om het dier te spotten is Rottnest Island, dat zelfs naar de quokka is vernoemd. Toen ontdekkingsreiziger Willem
de Vlamingh het eiland in de 17e eeuw ontdekte, zag hij de quokka’s namelijk aan voor grote ratten. Hierdoor noemde hij het eiland ‘rattennest’, wat later in het Engels is verbasterd tot Rottnest. Doordat op het eiland veel minder roofdieren aanwezig
zijn, is de quokka-populatie op het eiland naar schatting 3 keer zo groot als op het Australische vasteland. Voor het spotten van quokka’s is Rottnest Island dus the place to be.
4. Wombat
Ook de wombat is een buideldier. Om te voorkomen dat zijn jong tijdens het graven van gangen wordt bedolven onder het zand, zit de buidel van de wombat wel andersom, met het gat naar achter. En graven doen ze veel, want wombats maken burchten van soms wel 30 meter lang en meerdere meters diep. Deze burchten gebruiken ze om zichzelf te onttrekken aan de hitte en om te schuilen voor vijanden. Maar ze komen soms ook van pas voor andere dieren. Uit onderzoek blijkt dat onder andere wallaby’s, vogels, hagedissen en pinguïns soms ook gebruik maken van de burchten. Vooral tijdens bosbranden is het werk van wombats dus van levensbelang.
Waar kun je de wombat spotten?
De wombat leeft in bosrijke gebieden in het zuidoosten van Australië en Tasmanië. Wombats slapen gemiddeld zo’n 18 uur per dag en zijn vooral ’s nachts actief. Op het vasteland van Australië
heb je hierdoor de meeste kans om ze aan het begin of eind van de dag te zien. Op Tasmanië heb je meer kans om ook overdag wombats te zien, omdat de temperatuur daar wat lager is.
5. Tasmaanse duivel
De Tasmaanse duivel is een vleesetend buideldier met een zwarte vacht en een witte streep in zijn hals. Misschien ken je dit dier door het karakter Taz uit de bekende Looney Toons tekenfilms. Hoewel de echte Tasmaanse duivel qua uiterlijk niet veel op Taz lijkt, hebben ze één ding wel gemeen: het zijn echte alleseters. Van insecten tot reptielen en van vogels tot zoogdieren; ze lusten alles. Tasmaanse duivels zijn aaseters, wat betekent dat ze niet zelf op deze dieren jagen, maar eten van dierlijke resten die ze met hun goede reukvermogen opsporen. De Tasmaanse duivel heeft zijn afschrikkende naam dan ook te danken aan de krijsen, gillen en grommen die hij ’s nacht uitbrengt bij het aan stukken scheuren van kadavers.
Waar kun je de Tasmaanse duivel spotten?
De naam zegt het natuurlijk al; de Tasmaanse duivel komt alleen voor op Tasmanië. Het dier leeft vooral in rotsachtige gebieden en is een nachtdier. Je zult hem daardoor niet zo snel zomaar
tegenkomen; je moet echt naar hem op zoek. Tijdens de Sawadee rondreis door Australië kun je vanuit het Tasmaanse plaatsje Bicherno Bay een excursie maken waarbij je ’s avonds naar deze icoon van het eiland op zoek gaat.
6. Emoe
De emoe is na de struisvogel en de kasuaris de grootst levende vogelsoort ter wereld. Door zijn kleine vleugels en grote lijf kan de emoe niet vliegen. Wel kan hij met zijn lange poten enorm hard rennen, met snelheden tot wel 50 km/u. Deze kwaliteit kwam goed van pas tijdens de Emoeoorlog in 1932. En nee, dit is geen grap en ook geen sprookje. Na de Eerste Wereldoorlog werden ex-militairen aangemoedigd om graan te verbouwen. Dit werd hen echter moeilijk gemaakt door een groep van 20.000 emoes die destijds in West-Australië rondliepen. De toenmalige Minister van Defensie verklaarde de oorlog aan de emoes en stuurde een beroepsleger om de emoes met machinegeweren af te schieten. Door een knap staaltje oorlogsvoering (lees: alle kanten op rennen en dekking zoeken in struiken) werden relatief weinig emoes gedood en werd de oorlog gestaakt. Emoes 1 – Mensen 0. Overigens lukte het uiteindelijk de emoes alsnog weg te houden van de landbouwgrond door middel van wildhekken.
Waar kun je de emoe spotten?
Door de overwinning van de emoes lopen er tegenwoordig gelukkig nog steeds heel wat in Australië rond, namelijk zo’n 700.000. Je kunt ze in bijna in heel Australië vinden, behalve op plekken
die dichtbevolkt zijn, dichtbebost zijn of zijn bedekt door woestijn. Een goede kans om ze te zien heb je bijvoorbeeld in het Flinders Ranges Nationaal Park en het Grampians Nationaal Park. Maar je bent gewaarschuwd, niet te dichtbij!